Mijn mooiste kerstherinnering(en)
Mijn ouderlijk huis stond wat verloren tussen de tuinderijen van mijn vader en andere tuinders. We hoorden niet bij de dorpelingen maar eigenlijk ook niet bij de tuindersgemeenschap die in het duingebied hun akkers hadden. Een doorgaande weg van dorp naar dorp, gold als afscheiding, woonde je daar niet achter hoorde je er niet bij. Ik had daar als jong meisje geen last van, niemand van ons gezin in mijn beleving.
We waren met zijn negenen thuis, vader, moeder, vijf zonen en twee dochters en zo vormden we een mini gemeenschap op onszelf. Het was altijd hard werken, zeker vanaf voorjaar tot einde najaar. Mijn vader en oudere broers zorgden dat de akkers bemest en al weer gereed waren voor de nieuwe oogst in het voorjaar. De meest gezellige tijd brak dan aan. Er mocht weer gelezen worden zonder dat je aangesproken werd Of je niks beters te doen had. Ik moest het in de zomer niet wagen om met een boek onder mijn armen te lopen, laat staan het te lezen. Dan was lezen ineens niet goedvoor je, Je verpest je ogen!
Met name mijn vader was best streng voor ons kinderen. De hiërarchie was duidelijk, vader was de baas, de rest volgde. Tegenspraak werd niet getolereerd en onmiddellijk afgestraft, dus niemand probeerde tegengas te geven.
Tegen de feestdagen kwamen de kerstspullen van zolder. De beeldjes van de kerststal waren
zorgvuldig verpakt in stukken kranten. De jongste kinderen, waarvan ik er een was, werden altijd opgewonden als het weer zo ver was. We vergaapten ons aan de beeldjes en waren allemaal verzot op de kleine herdersjongen, die het liefste gezichtje had. We wilden allemaal de beeldjes in de stal zetten maar moeder hield de orde: Om de beurt. Alle gebruikelijk accessoires waren door mijn moeder van het dressoir af gehaald en ik heb geen idee waar ze die destijds opborg. De hele oppervlakte was bestemd voor de stal en de beeldjes. O, en dat gelukzalige moment als je het engeltje had uitgepakt en mocht ophangen aan de roestige spijker aan de dakrand van het stalletje. De koningen lieten we van verre komen en de schaapjes stonden her en der verspreid. Dan was er nog een doos. Die zat vol met restanten verschillende kaarsen die vorig jaar niet opgebrand waren. Ook die werden tussen de beeldjes gezet en ’s avonds mochten ze dan even aan. De drie jongsten stonden er dan voor te glunderen.
Ik vond het stiekem wel heel jammer dat we geen kerstboom neerzette. Daar was geen ruimte voor in de kleine huiskamer, die slechts een dressoire, een eettafel en een klein rooktafeltje bevatte. Later kwam er een t.v. bij. Als we allemaal aan tafel zaten om te eten, zat mijn moeder aan de kop, bijna tegen de kachel aan en één van mijn oudere broers aan de andere kop, tegen het rooktafeltje. Misschien een kerstster voor het raam? probeerde ik. Nee, die kwam er ook niet in!
Eindelijk was het kerstnacht. Advent kalenders gebruikten we niet; ik kwam pas op volwassen leeftijd achter het bestaan ervan. We telden gewoon af in ons hoofd. Na het avondeten mochten we onze mooiste kleren aan, want ‘s avonds gingen we naar de nachtmis. En in mijn herinnering lag er vaak sneeuw. Het was in ieder geval erg koud en het was geweldig om dan met je ene hand in die van vader te lopen en de andere in die van moeder. Maar het liefst in die warme hand van vader.
Als we allemaal thuis waren van de nachtmis, dekte moeder de tafel met allerlei lekkers wat alleen tijdens feestdagen op tafel kwam. Naarmate we ouder werden hielpen mijn zusje en ik daarbij. Omdat het kerst was mochten we ook de kaarsen bij de stal weghalen en op tafel zetten. Moeder stak ze dan aan en het grote licht ging dan uit. Nu was het echt kerst.
Copyright ©els.visser Alle rechten voorbehouden