1973
Tot groot plezier van Charlie waren de bestemmingen tijdens deze vakantie wisselend. Ze waren naast Frankrijk ook naar Italië geweest en nu ging de reis naar het noorden. Het was altijd gezellig tijdens de overtocht op de veerboot van Duitsland naar Denemarken, wist Charlie nog van eerdere reizen. Soms was het zelfs dik feest. Er waren altijd wel collega-chauffeurs om gezellig mee te kletsen, eten en drinken.
Charlie keek reikhalzend uit naar het moment dat Hank het dek van de veerboot op kon rijden. Vanwege de verschillende deklagen die de veerboot bezat, hadden ze nog geen idee hoeveel vrachtwagenchauffeurs ze tijdens deze reis op de boot zouden treffen. Maar eenmaal uit de wagen gestapt en bij elkaar gekomen in de gemeenschapsruimte voor de chauffeurs, bleek het een grote groep te zijn. De overtocht duurde ongeveer twee uur. Daarna ging de reis van Hank en Charlie richting Kopenhagen.
De twee uur durende overtocht op de veerboot was voor Hank voldoende om volkomen onder tafel te geraken door de gezellige drankjes. De andere chauffeurs dronken ook, maar waren er nooit zo aan toe als Hank. Eenmaal terug gestrompeld naar de vrachtwagen, probeerde Hank even een rustmoment te pakken om bij te komen, op het bed achter het gordijntje. Het dek waar Hank en Charlie geparkeerd stonden ging pas als laatste open, dus het duurde wel even eer ze aan land konden. Charlie nam plaats op de bijrijdersstoel en wachtte af. Het duurde lang voordat ‘hun’ dek aan de beurt was. Toen er beweging in de rij auto’s voor de DAF kwam, vroeg Charlie aan Hank of hij de vrachtwagen eraf moest rijden. Hank murmelde alleen maar wat, hij was nauwelijks aanspreekbaar noch verstaanbaar. Ze konden er niet blijven staan want ook de wachtende auto’s achter hun wilden door. Charlie voelde de druk toenemen en nam daarom plaats achter het stuur en reed de vrachtwagen van het dek.
Aan land voegde hij zich vervolgens bij de collega-chauffeurs van Hank.
‘Is er wat loos? Waar is je vader?’ vroeg één van de chauffeurs.
Het was een vriendelijke, potige man, waarvan Charlie wist dat hij Bill heette. Bill had grappige verhalen verteld, dat deed hij zo smakelijk, iedereen moest lachen. Ook Charlie, al snapte hij de clou niet. Bill was een man waar andere mannen naar luisterden, iemand die respect afdwong. Misschien door het stoere postuur, dacht Charlie en hij hoopte ooit ook zulke spieren te krijgen als Bill.
‘Eh, ja mijn vader… eh.. die slaapt nog wat’, stamelde Charlie enigszins blozend.
‘O nou, eh… kom maar mee naar de douane dan zorgen wij wel dat de papieren in orde komen’, zei Bill gemoedelijk en legde zijn hand op de schouder van Charlie.
Bij de douane werden de papieren bekeken. Charlie probeerde een zo strak mogelijk gezicht te trekken en hoopte maar dat het overtuigend overkwam. Van binnen voelde hij zich nerveus en onzeker. Even later kreeg Charlie de papieren terug met de benodigde stempels erop en hij moest zich inhouden om geen zucht van verlichting te slaken. Samen bekeken en bespraken Bill en Charlie waar de lading van Hank naar toe moest. Bill wierp een blik op het gesloten gordijntje en toen weer op de jongen.
‘Jij kunt toch ook rijden?’ vroeg Bill.
‘Jawel’, antwoordde Charlie, al wist hij heel goed dat het nooit de bedoeling was geweest van zijn vader dat hij de complete chauffeursrol zou overnemen. Niet op zijn vijftiende. Af en toe, op een niet al te druk stuk in Duitsland, mocht Charlie rijden en soms in Italië, maar zeker niet te lang. In Italië leek het wel of alleen Nederlandse vrachtwagens op de autowegen reden. Volgens Hank kwam dat omdat Nederlanders wel de tol konden betalen die de katholieke kerk in Italië opgelegd had aan de berijders van de, door de kerk gefinancierde, wegen. Italianen zag je er niet, die konden deze tol niet betalen en namen andere routes, had Hank uitgelegd.
Zou Bill soms denken dat hij ouder was dan 15? vroeg Charlie zich af.
‘Volg mij maar, het komt wel goed’, zei Bill die de jongen zag twijfelen.
Daar Charlie het niet zag zitten om te wachten tot er een ander teken van leven kwam uit het lijf van Hank dan gesnurk, kroop hij weer achter het stuur van de DAF. De bezorgdheid over hoe het nu toch verder moest, sloeg acuut om in opgewondenheid. Charlie had dan wel stukjes gereden in Duitsland en Italië, maar deze keer had hij een veel langere rit in het vooruitzicht. Daarbij kwam, dat het dit keer niet onder een toeziend oog gebeurde. Het toeziend oog lag op apegapen. Charlie voelde zich heel zelfstandig.
Al met al stuurde Charlie al gauw dik twee uur door Denemarken achter de vrachtwagen van Bill aan. De wagen van Bill begon rechts te knipperen en sloeg af naar een parking, Charlie volgde. Het was tijd voor een pauze, vond Bill. Achter het gordijntje kwam nog steeds geen teken van leven. Charlie had wel even lopen schudden aan Hank maar niet te lang. Ergens wilde Charlie het stuur nog niet overdragen.
‘Straks, over een kwartier ongeveer, moet ik afslaan en dan moet jij rechtdoor blijven rijden. Helaas weet ik niet precies waar jullie losadres is, vraag daar dus maar even rond’, adviseerde Bill boven een kop dampende koffie.
‘O, uhh … ja natuurlijk’, stamelde Charlie.
Het was top gegaan tot dat moment, maar over een kwartier kwam hij er dus helemaal alleen voor te staan. Daar had Charlie nog niet eerder over nagedacht. Eerder had hij verwacht, dat Hank op een gegeven moment wakker werd en dan het stuur overnam. Charlie nam zich voor bij terugkomst in de cabine, Hank toch maar een flinke por te geven om hem wakker te maken. De koffie was op en Bill wilde gelijk vertrekken. In de cabine prikte en schudde Charlie aan Hank, riep hem bij naam, maar Hank gaf geen soelaas. God zegen de greep, dacht Charlie en kroop weer achter stuur. Hij vroeg zich af hoe hij straks de weg moest vinden. Als Bill het zelfs niet weet! Zou zijn vader de weg wel weten?
Het moment dat de vrachtwagen van Bill voor hem knipperde om de afslag te nemen, kwam sneller dan gehoopt. Charlie mocht niet aarzelen en hield de doorgaande richting aan. Hij reed richting de rondwegen van Kopenhagen. Hij passeerde een kruising die hij overstak, hopende dat het de juiste keuze was. Bij de volgende kruising, deed hij hetzelfde. Niet veel later naderde hij weer een kruising met het stoplicht op rood. Hij stond voorgesorteerd om rechtdoor te rijden, maar wist ook wel dat als hij alsmaar rechtdoor zou blijven rijden, hij hoogstwaarschijnlijk niet bij het losadres zou aankomen. In tegengestelde richting stond een politiewagen voor het stoplicht.
Wil je weten hoe dit afloopt? Het boek verschijnt 8 mei 2023 en zal in de plaatselijke boekhandel, bol.com, bruna.nl en amazon.com te bestellen zijn.
Op het tabblad status zal de agenda komen te staan van signeersessies en publicaties.
Volg mij op facebook :
Voeg mij toe op FB; er is nu een leuke actie gaande tot 7 juli '23 waarbij er drie boeken verloot worden.
Wat zeer op prijs gesteld wordt is als u een recentie achterlaat na het lezen van het boek bij een van de leveranciers.
Copyright ©els.visser Alle rechten voorbehouden